donderdag 12 april 2018

Rust Roest

Afgelopen zaterdag zei Cato tegen haar beste vriend dat ze ‘een gezellig sterfbed heeft’. Maandag herhaalde ze dat nog een keer tegen de huisarts. Dan doen we toch iets goed ;) dacht ik.

Sinds vorige week donderdag gebruikt ze pleisters en subcutane (onder de huid) medicatie, wat haar aanzienlijk heeft doen opknappen qua pijn. Die is nu de meeste tijd nul! Iets wat ze al maanden niet meer heeft ervaren.  Toen ik na de omzetting vroeg welke cijfer ze de pijn gaf keek ze me met een verbaasde blik aan en zei pijn? Alsof ik iets heel raars vroeg. Ik kan er nog om lachen als ik aan dat moment terug denk. 
Dat niet alle energie naar de pijn en het omgaan met de pijn hoeft te gaan blijft er energie over voor interactie en contact.

Gelukkig kan ik de medicatie zelf bijhouden en toedienen. En is de Buurtzorg snel inzetbaar voor verpleegkundige handelingen waarin ik me niet (meer) bekwaam voel. Twee keer per week evalueren we met de huisarts en verpleegkundige van het palliatieve team het medicatie beleid en wordt dit zonodig aangepast. Tot nu toe hield dat in dat er iedere keer wijzigingen waren, soms zelfs ieder dag.  

Cato is de hele dag nog op en zit in haar rolstoel in de woonkamer. Wel zit ze veel te suffen of te slapen. Het opslaan van informatie gaat niet goed meer. Na een paar uren weet ze zich bijna niets meer te herinneren van wat er eerder is gebeurt. Goed zien en scherpstellen lukt ook niet meer, wat helpt is één oog dichthouden of een “piraten lapje” voordoen. Zeer waarschijnlijk zijn er uitzaaien van de kanker in haar hersenen. Cato is nagenoeg gestopt met eten en drinkt beetjes als het haar actief wordt aangeboden. Als persoon is Cato nog dezelfde, met dezelfde humor, openhartigheid en eerlijkheid. Zo deden we gistermiddag nog een kussengevecht omdat ze het erg vervelend vindt dat wij als verzorgenden steeds iets met ondersteuning willen doen.  Ondersteuning omdat haar hoofd die voorover zakt en hangt, te steunen om de nekklachten zo beperkt mogelijk te houden door middel van (speciale) kussens en een nekkraag.  Cato wil nog zoveel als mogelijk ‘zelf doen’, maar geeft ook uit handen wat niet goed meer gaat en/of wat zoveel energie kost dat het beter is om te laten doen, wat het geval is bij o.a. tandenpoetsen. 

Na 2 nachten in het hoog-laagbed te hebben geslapen vroeg ze bij het naar bed brengen de dag erna ‘waar slaap ik?’, toen ze als antwoord kreeg in het hoog-laagbed keek ze erg verdrietig. Ze werd toch door de verzorgsters naar dat bed gebracht. Kort daarna dacht ik, straks moet ik haar nog medicatie geven, dan vraag ik of ze met mij meegaat naar bed en dat heb ik gedaan. Een blij en stralend gezicht kreeg ik als antwoord. Sindsdien slapen we weer samen, wat prima gaat na de aanschaf van een paar speciale kussens die maken dat ze in een redelijke comfortabele houding kan zitten. In bed en in de rolstoel.

Cato heeft al dagen niet meer op de weegschaal gestaan maar haar onderlijf en buik nemen nog steeds in omvang toe. Daarentegen worden haar bovenlichaam en armen magerder. Hoe lang ze nog bij bewustzijn is en ‘onder ons is’?…….Niemand die het weet.

Tot die tijd rest ons gelukkig tijd om te genieten van elkaar, van de mensen om ons heen en van alle lieve kaarten, mails, berichten, bloemen en ballonnen. Jammer genoeg is er tijd en aandacht te kort om alles op dit moment te lezen.


Liefs, Cato & Martine

1 opmerking:

  1. Lieve Martine,

    Ik hoorde het trieste bericht van het overlijden van Cato....Gecondoleerd en heel veel sterkte! Uuteraard wens ik alle dierbaren om je heen sterkte. Wat een gemis zal het zijn...

    Ik ga Cato haar blog missen...En uiteraard haar reacties op mijn blog...

    Lieve groeten,
    Marianne

    BeantwoordenVerwijderen