zaterdag 25 januari 2014

Bakjes, voor in de keuken

Column Cato


Door: Cato Verhoef
Eerder verschenen in: Olijfschrift, December 2013


Al maanden probeerde ik antwoord te vinden op de vraag “wil ik huisarts blijven?” Ik kwam er niet uit. Steeds weer vroeg ik me af: “Is er niet gewoon iets, iets aan hoe ik dit vak inricht, iets dat ik kan veranderen, zodat ik het wél weer leuk genoeg vind?”

Een collega verwoordde het anders. “Heb je wel goed gekeken?” vroeg ze. Geen idee. Hoe moet ik daar achterkomen? Ik kan toch niet weten wat ik niet zie?

Een paar dagen later ging ik een cadeau kopen voor een vriendin. Bakjes voor in de keuken wilde ze hebben. Ik ging naar winkel 1: geen bakjes. Naar winkel 2: geen succes. Uiteindelijk bedacht ik dat ik de woonafdeling van de Bijenkorf nog even kon proberen.

Ik stapte van de roltrap en zag de schaaltjes meteen staan. Ze waren prachtig. Kobaltblauw gecraqueleerd van binnen en matzwart aan de buitenkant. Ik begon enthousiast de goede maten bij elkaar te zoeken. Toen richtte ik me echter op. Keek eens om mij heen. Er was nog een hele afdeling! Ik moest toch minstens even rondkijken of er niet nog iets anders, iets mooiers, stond.

En ineens drong het tot me door. Waarom? Waarom zou dat moeten? Waarom zou ik alles moeten hebben bekeken om tot een goed besluit te komen?

Waarom? Wanneer zijn prachtige schaaltjes goed genoeg?

Ik denk terug aan de Olijfdag. Ik heb daar een workshop gevolgd bij Gonnie Jansen. We hebben in een groep gesproken over de dood. Over wat die dood voor ons betekent, wat we daar voor gedachten bij hebben, en hoe wij en onze omgeving daarmee omgaan.

Ook kwam het stoppen met chemotherapie ter sprake. Ik vind dat een heel lastig onderwerp. In de toekomst komt er een moment dat de chemotherapie die ik tot nu toe kreeg niet meer aanslaat. Dan zal me een tweede keus worden geboden, misschien een derde. De dokter biedt het aan, de patiënt volgt. Dat gaat vaak bijna… automatisch.

Ik hóóp zo, dat ik op tijd zal zien dat de lust de last niet meer waard is. Dat ik op tijd zal kunnen stoppen met de behandelingen. Op tijd in staat zal zijn de kwaliteit boven de duur van mijn leven te stellen. Maar wanneer is dat? Hoe overzie je dat?

Toen we spraken over het stoppen met behandelen, óók als dat je leven bekort, zei een vrouw: “maar, je moet het toch minstens geprobéérd hebben?” Ik begreep wat ze bedoelde, omdat dat nou precies het idee is, dat die beslissing ook voor mij moeilijk maakt. Als je te vroeg zegt “stop”, geef je ‘het’ dan niet te weinig kans? Zou je niet minstens moeten kíjken? Kijken wat het effect is?

Nu zie ik mijn antwoord. Waarom? Wanneer is een prachtig leven goed genoeg?

Kobaltblauw was de beslissing, te stoppen als huisarts. Kobaltblauw zal mij vergezellen naar mijn oncoloog, als de tijd daar is. Ik zal weten, wat te beslissen. Ik hoef alleen maar te durven luisteren. Ik hoef alleen maar te durven het goed genoeg te laten zijn.


Oh, en trouwens: de vriendin vond haar bakjes prachtig.