zaterdag 10 december 2016

Te doen of niet te doen, dat is de kwestie

Glasbak in Pamplona, noordoost Spanje
(Wij vonden hem prachtig, hoewel sommigen er misschien moeite mee hebben?)


Lieve allemaal,

Ik heb slecht nieuws. De kanker is terug. Er zit een tumortje van 1 centimeter bij de top van de vagina. 

Het is binnen een half jaar teruggekomen. Dat betekent dat de tumor 'chemoresistent' is. Ze kunnen nu weinig doen om het proces voor langere tijd te stoppen. Ik heb nog geen klachten, maar ik zal ziek worden en doodgaan. De kans is aanzienlijk dat het best snel zal gaan, omdat de tumor waar dit een restje van is vorig jaar zeer snel groeide. Je zou kunnen denken aan minder dan een jaar. Anderzijds laat kanker zich nooit voor de volle honderd procent voorspellen.

Ik voel me er vrij rustig onder. Maar het wisselt wel. Soms draait mijn hoofd overuren om mijn zorgen te verwerken, te plannen, te regelen. Op stille momenten kan er een rustig, leeg, zachtaardig verdriet voelbaar zijn. Soms is er even een splinter angst.

Mijn nieuwe oncologisch gynaecoloog (daarover straks meer) schetste dat operatie een grote ingreep zou zijn die bij elke operatie lastiger uitvoerbaar wordt. En ook nieuwe schade met zich meebrengt. Bestraling kan wel, maar dat is meer om klachten te verminderen, en nu nog niet aan de orde want ik heb geen klachten. Hij zal informeren bij mijn medisch oncoloog (een internist, de 'chemodokter') of er momenteel interessante studies lopen met 'targeted therapie', nieuwe medicatie die het proces misschien kan remmen, zoals het mogelijk veelbelovende Niraparib. We zullen dat verder bespreken bij de controle over drie maanden.

Een complicerende factor is de mening van één van mijn beste vrienden, die toevallig ook oncologisch gynaecoloog is. Hij is van mening dat nu bestralen winst kan opleveren (langer leven, acceptabele bijwerkingen) en wil graag dat ik een second opinion vraag in het Anthoni van Leeuwenhoek ziekenhuis/ Nederlands Kanker Instituut. Klinkt logisch toch? Meteen doen? Maar zo simpel is het voor mij niet. Hoewel ik denk dat hij zeker een punt heeft, moet ik er toch even goed over nadenken.
Enerzijds blijken er nu twee meningen te bestaan, en heb ik onvoldoende informatie voor een oprechte 'informed consent'. Je zou ook kunnen denken "wat kan het voor kwaad".
Nou, dat is dus de anderzijds. Het kan wel kwaad denk ik. In de zin van dat het acceptatie kan verminderen en onrust kan bevorderen. De onrust is nu al bevorderd, nu ik deze kennis heb, moet ik er over nadenken. Ook heb ik nu net een nieuwe dokter, en ben ik bang dan als een soort 'doktershopper' te worden ervaren. Hoewel dat - als ik het goed uitleg - waarschijnlijk mee zal vallen. Ik vermoed dat het ego van deze arts een second opinion wel kan verdragen.

Het moet denk ik gaan om de doelen. Ik denk dan terug aan het proefschrift van een oud-collega van me, waaruit bleek dat zelfs 'WIPST' (waarschijnlijk ineffectieve palliatieve systemische (chemo)therapie) te verdedigen is, mits dit past bij de doelen van de (arts en) patiënt.
Wat zijn mijn doelen? Nou, ik heb ze in twee soorten. Allereerst heb ik de doe-doelen: ik wil tutten met mijn liefje. Ik wil mijn nichtjes en neefje beter leren kennen. Ik wil Wubbo opzoeken in Australië. Van een berg springen met een drakenvleugel. Ik wil zo lang mogelijk blijven vrijen, zwemmen, naar de sauna gaan en wadlopen. Er zijn ook wensen die ik had, en die met deze prognose onmiddellijk zijn vervallen. Ik ga niet wonen op het platteland. Kanker, een goede keuzehulp.
Ik heb echter ook een ander doel. Dat doel zegt: ik wil ziekte, pijn en doodgaan zo onderzoekend en accepterend mogelijk tegemoet treden. 
Waarom? Nou, het wordt al lastig genoeg dat ik pijn en lijden zal tegenkomen waar niet altijd iets tegen te doen is. Mijn ervaring is echter dat dat draaglijk blijft zolang ik het kan laten gebeuren. Voeg verzet toe (teveel vasthouden aan het leven, vasthouden aan de wens geen pijn te hebben), en het wordt een echt pijnlijke kwestie. Voor mij, én mijn naasten. Ik hoop dan ook, dat ik zoveel mogelijk uit de valkuil van het dubbele lijden kan blijven. Zal ook niet altijd lukken, maar toch.

Ik heb de neiging de tweede categorie het belangrijkst te vinden. Martine zei: "Ja, want de eerste is onuitputtelijk. Als je een nieuwe broek hebt, wil je vervolgens een nieuwe trui". Wat is ze toch wijs, mijn mopje. Dat is het precies. En bij doel twee past afwachten beter. Geen second opinions. Rust. Afblijven van het verlangen langer te leven. Niet-doen. Alleen behandelen om (ondraaglijke) klachten te verminderen.
Anderzijds helpen bijvoorbeeld zwemmen en intimiteit mij om beter om te kunnen gaan met dingen. Deze doe-doelen ondersteunen mijn flexibiliteit en daarmee de haalbaarheid van het accepteren. Daarmee wordt het al ingewikkelder. Zou vroeg bestralen mij kunnen helpen langer te blijven zwemmen? Misschien blijft de tumor langer klein of bij de vaginatop zelfs weg, als je nu actie onderneemt? Misschien voorkomt het dat de tumor gaat doorbreken en bloeden, zodat zwemmen niet meer mag? Of valt dat tegen, en ga ik vooral last hebben van verlittekening in de vagina zodat seks onprettig wordt en ik van de regen in de drup beland?
En: moet ik nee zeggen tegen 'gratis' levensverlenging? Als de bijwerkingen en het aantal bezoekjes aan het ziekenhuis te overzien zijn en de verlenging aanzienlijk? Zou dat kunnen, als dit nog steeds de enige plek is waar de kanker zit (dat weten we niet, want er is geen PET of CT-scan gemaakt)? Zou je niet minstens een scan moeten maken? Ik wil ook van ‘niet-doen’ geen doel op zich maken.
Toch denk ik, als ik deze laatste zin lees: hoe gratis is 'gratis'? Voordat je het weet loop je toch weer te hollen. Dus daar moet ik wel op letten.

Wat is wijsheid? Iets meer info kan geloof ik geen kwaad. Ik ga het maar eens voorleggen aan mijn nieuwe behandelaar. 

Maar eerst op vakantie! We hadden gepland de 17e naar Bonaire te gaan, en dat kan gewoon doorgaan. Ik ben fysiek nog in goede conditie, het tumortje is maar 1 centimeter, de eerste weken zijn er geen problemen te verwachten.
Ik wilde gaan snorkelen, maar ben toch ook naar de sportarts geweest om te vragen of ik weer zou mogen duiken. Het mocht! Het feit dat de kanker zou kúnnen terugkeren was toen geen bezwaar. Ik weet echter niet of het oordeel verandert nu dit tumortje er zit. Ik heb de neiging het er maar op te wagen, maar durf dat toch ook net niet. Zou wel lullig zijn, toch? Voortijdig het loodje leggen op Bonaire? Ik ga het toch vragen.

Ook overweeg ik de spaarrekening te plunderen om in jan./ februari een paar weekjes naar Australië te gaan. Maar dat moet ik wel echt voorleggen aan mijn behandelaar voor ik boek. Want als ik in februari al te ziek zou zijn, keert de annuleringsverzekering niet uit als ik redelijkerwijs kon verwachten dat... Irritant hoor. Hoe moet je dat soort dingen nou weten?

Intussen waren er al wat mensen die me de afgelopen tijd mailden “hoe gaat het”? Nou, het waren mooie maar ook pittige maanden.

In augustus zijn we heerlijk op vakantie geweest. Naar de Pyreneeën. Naar de Picos de Europa. Een paar dagen naar een Ezeltjesopvang (geweldige plek voor vrijwilligerswerk!). Het was heerlijk om samen te kamperen en bij te komen van alle bezoekingen. Mijn conditie verbeterde ook zienderogen door het wandelen in de bergen.

Daarna begon ik weer met werken. Ik wilde toch niet thuis blijven zitten. Maar het viel me niet mee. Het opbouwen ging veel zwaarder dan ik gewend was. Het is natuurlijk werk dat ik minder goed beheers. Maar het hielp ook niet dat ik zo ver moet reizen, tempo en overzicht mis, en eerder moe ben dan voorheen. En op mijn oude werk kon ik een knuffel gaan halen op het secretariaat, hier was ik herplaatst en kende ik de mensen nog niet echt. Inhoudelijk vond ik het wel erg leuk, de ouderenpsychiatrie beviel me goed.

Wat heel stressvol is geweest de laatste weken, is dat er veel doktersgedoe was. Ik heb het vertrouwen opgezegd in mijn oude dokter. Weer deed ze iets dat behoorlijke gevolgen voor mij had, terwijl ik anders met haar had afgesproken (ik zag het al aankomen). Weer schoot ze in de verdediging en lukte het haar niet begrip te tonen toen ik haar erop aansprak. Martine vertelde me dat ze het afgelopen jaar meermalen het gevoel had mij in bescherming te moeten nemen. Het is een keer mooi geweest.
Het was een heel naar en raar en warrig consult, dat abrupt eindigde in een spoedgeval voor haar. Geen goede manier om afscheid te nemen. Voor allebei.
Ik ga haar denk ik nog een afscheidskaart schrijven. Want, hoewel ze te chaotisch en te weinig reflectief is voor mij, is ze wel een lieve, betrokken en toegewijde dokter. Dat wil ik haar graag laten weten.

Ik twijfelde ook over het AvL. Want ik had inmiddels een goed gesprek gehad met mijn chemodokter over de organisatie van het spreekuur. Ze was blij met mijn feedback en heeft maatregelen toegelicht voor een goede overdracht en informatievoorziening, dat scheelt al een hoop. Anderzijds lukt het niet om het spreekuur heel snel te reorganiseren, er gaat langer overheen.

Mijn oude dokter zou me nog bellen om te bespreken naar wie ik dan toe zou kunnen. Maar haar collega belde. Mijn oude dokter was ‘uitgevallen’. Jemig. Ik maakte me meteen zorgen.
Ik legde mijn dilemma voor: ik neigde in mijn ziekenhuis te blijven (ik ben daar geworteld, eigenlijk met iedereen blij, alleen is het groot en zijn er veel wisselende arts-assistenten), maar overwoog ook het AvL (kleiner, goede dokters). In mijn ziekenhuis wist ik niet bij welke andere dokter ik zou passen; ik ken ze niet. Ze stak meteen in op het AvL. Dat was echt een heel goed idee. Veel onderzoek waar ik aan mee kon doen, kleinschaliger. Ze zou me meteen verwijzen.
Ik ging twijfelen, maar ook op de rem. Dat was niet de bedoeling. Ik wilde wel kennismaken, maar het op een rustig moment overwegen. Dat kennismaken zou ze regelen. Als een soort second opinion.
Ik was helemaal van slag na dit consult. Ik probeerde mezelf te vertellen dat ik niet zo paranoïde moest doen, maar het bleef voelen alsof ze me echt liever weg wilde hebben. Klopte die gedachte? Was er iets aan de hand? Moest ik wel in mijn ziekenhuis willen blijven? Zie er maar eens achter te komen. Met haar exploreren wat de mogelijkheden waren binnen mijn ziekenhuis was niet gelukt. Die deur leek eigenlijk dicht.
Gelukkig deed het maatschappelijk werk me de naam aan de hand van een dokter die denkelijk wel bij mij zou passen. Ik haalde opgelucht adem en wachtte op de uitnodiging voor de second opinion.

Maar de tijd haalde me in. Ik voelde een knobbeltje. Belde het ziekenhuis. Vroeg of ik gezien kon worden. In de stress natuurlijk, ik wist best wat het in zou houden als de kanker terug was. Ze gaf me een afspraak. In… het AvL?
Mijn protest kwam me op een geïrriteerde reactie te staan. Zij sprak tegen me op strenge toon. Alsof ik een kind was, dat nu toch eens op haar nummer gezet moest worden. Ik wees nu toch zélf de verwijzing naar het AvL af? Nou, ze hadden het besproken in het team, vooruit, ik kon wel blijven. Maar alleen bij de nieuwe dokter die zij me nu toewees. En daarna niet meer naar iemand anders.
Ik had geen verweer. Stamelend stemde ik toe en verbijsterd hing ik op. Wat als die nieuwe dokter niet bij me paste? Ik voelde me als een kat in het nauw. En zo vreselijk alleen. Had ik iets gedaan om dit te verdienen? Wat dan?

Als ik dit teruglees schieten de tranen me weer in de ogen en wil ik bijna alsnog naar het AvL.

Maar mijn nieuwe dokter bleek ontzettend fijn. Rustig luisterde hij naar mijn verhaal en zei toen: “Nu ben je hier. Ik blijf je arts”.
Is er een beter antwoord denkbaar? Ik kwam helemaal tot rust. Het slecht nieuws was gewoon slecht nieuws. Het consult verliep rustig en gestructureerd. Hij legde uit wat hij deed bij elke stap. Ik kreeg een washandje na het onderzoek. Een washandje. Doe normaal. Een washandje. Dat had ik nog nooit gehad.
Wat een ver-a-de-ming. Ik had me niet eens gerealiseerd hoe hard ik heb gewerkt in al die 8 jaren dokterscontact.

Ik ga dus nu rustig ademend het laatste deel van mijn leven in. Informatie vragen over de meerwaarde van een second opinion of bestraling. De mogelijkheid naar Oz te gaan begin volgend jaar. De sportarts mailen over duiken. Daarna zijn er nog veel andere dingen te regelen, maar dat komt wel goed.

Het enige wat me nog een beetje dwars zit is dat ik de ‘tussendokter’ kan tegenkomen als er spoed is. En dat zij mij “heeft besproken in het team”. Hoe heeft ze dat gedaan? Wat is er met mijn vorige lieve dokter aan de hand? Hoe denkt men over mij en kan dat invloed hebben op de bejegening?

Voorlopig maar even niet-doen. Misschien maar eens bespreken in het volgende consult.

Ik houd jullie op de hoogte.


Veel liefs, Cato