Taboo or not taboo, that’s the question
Ik had
begrepen, en gehoopt, dat er een aardige kans was dat de kanker weg zou
blijven. Maar dat is niet gebeurd. Er volgen nog tests, maar ik ga ervan uit
dat de eierstokkanker terug is.
Afgelopen
zondag voelde Martine bij het vrijen een zwelling aan de achterkant van de
vagina. Ik voelde zelf, en er zat inderdaad een aardige stuiterbal, van
minstens 5 centimeter, ter hoogte van het Cavum Douglasi.
Vandaag
ben ik naar de gynaecoloog geweest. Er blijkt een cyste te zitten, met een
dikke wand en veel weefsel. Heel verdacht voor eierstokkanker.
Er is
bloed afgenomen, onder andere op de tumormarker CA-125. Als die verhoogd is,
moet ik er definitief vanuit gaan dat de kanker terug is.
Op 26
november volgt een PET-CT-scan om te kijken of er nog meer plekken zijn waar de
kanker is teruggekomen. Bij zo’n scan geven ze suikers met een radioactief
labeltje eraan. Tumorcellen delen sneller en verbruiken dus meer suiker dan de
meeste andere cellen. Ze gaan daardoor radioactief oplichten op zo’n scan.
Op 1
december moet ik langs de anestesioloog als voorbereiding op de operatie. De
wachttijd daarvoor is ongeveer 4 weken, dus… tegen kerst? Het zal een debulking
worden, net als 7 jaar geleden. Dat is een grote operatie waarbij mijn
gynaecoloog alle tumorweefsel weg probeert te halen wat weg te halen is. Ook
zullen er her en der stukjes weefsel weggehaald worden om te onderzoeken op
uitzaaiingen. Mijn buik zal van ribbenkast tot schaambeen (wat een raar woord
eigenlijk) worden opengemaakt en de operatie duurt meestal 3 tot 5 uur.
Toen
alle ins en outs van de operatie werden besproken werd ik ineens heel
verdrietig. Ik zag mezelf weer liggen, 7 jaar geleden, na de operatie. Zo ziek.
Ik weet niet of ik ooit in mijn leven zo kwetsbaar ben geweest als toen.
Ik zal
een nieuw litteken krijgen. Misschien een stoma. En de kans is echt groot dat
er (weer) een stukje van de bovenkant van mijn vagina af zal gaan.
Dat laatste
vind ik eigenlijk het ergste. Mijn gynaecoloog (die meestal moeilijke dingen
meteen weer ‘goed’ probeert te maken) zei “dan moet je eens met de seksuoloog
gaan praten, want het meeste genot zit meer naar de buitenkant. De clitoris is
een groot orgaan”. Duh. Alsof het me daarom gaat. Genot heeft veel aspecten en
woont echt niet alleen in het lichaam. Of de clitoris.
Vervolgens
bleek dat ze dacht dat lesbiennes niets hadden met penetratie. Da’s ook wel wat
achterhaald. Ik moet geloof ik maar eens een nascholing op gaan zetten. “De ins
en outs van de pot”, zou dat een mooie titel zijn?
Gewoon
luisteren naar iemands pijn, en exploreren wat er nu precies zo moeilijk is,
het zal haar sterke kant niet worden vrees ik. Gelukkig is ze wel vrolijk en
zorgzaam, en doet ze erg haar best. Dat maakt veel goed.
Ik merk
dat ik het lastiger vind dan eerder, om over deze dingen te praten. Het feit
dat mijn vagina betrokken is… ik voel gêne. En zo blijken er toch nog taboes te
bestaan. Ik ga mijn best doen me daar niks van aan te trekken, want ik vind het
belangrijk dat ook over dit soort dingen gepraat kan worden. Ze zijn niet
minder belangrijk dan andere zaken, waar we vaker over praten, en bepalen zeer
de kwaliteit van leven.
Dus: in
wat een penibele situatie bevind ik mij, met deze kutkanker!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten