donderdag 25 april 2013

Column




25 april 2013
Lieve allemaal,
Sinds kort schrijf ik een column! Ik heb zelfs een eigen logo... poeh, vond ik wel cool, ik heb nog nooit een eigen logo gehad. Maar ik ben dan ook nog nooit eerder columniste geweest. Hij is verschenen in het Olijfschrift van maart. Ik zet hem hieronder ook neer, dan kunnen degenen die het Olijfschrift niet krijgen de column ook lezen.
Voor het overige gaat het best goed met mij. Ik neem de tijd niet om te gaan zitten en jullie te schrijven,  maar geen bericht is in dit geval goed bericht. Misschien schrijf ik binnenkort weer. In elk geval is de planning dat er in juni weer een column in het Olijfschrift verschijnt.
Ik hoop dat het met jullie ook goed gaat. Een fijne lente en koninginnedag gewenst alvast!
Liefs, Cato

P.S: Je kunt Olijf ook steunen, door lid te worden. Dan ontvang je tevens het Olijfschrift.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Álles onder controle…
Door: Cato Verhoef.
Ik schaam mij er een beetje voor. Toch voelde ik mij triomfantelijk, toen Lance Armstrong van zijn troonviel. Eindelijk! Gerechtigheid.
Hoezo dan? Ik heb niks met wielrennen. En bij andere wielrenners die betrapt worden op dopinggebruik voel ik wel enig begrip; het lijkt mij best lastig om geen middelen te gebruiken in een wereld waarin iedereen het wel doet.
Nee, het heeft te maken met dat andere beroep van Lance. Het beroep van professioneel ‘cancer survivor’. Lance kreeg kanker, regisseerde zijn behandeling en overwon. Dat maakt hem in de ogen van velen tot grote antikankerheld, een status waartegen ik hem niet zie protesteren.
Lotgenoot Lance brengt mijn gedachten naar lotgenoot Margriet. Zij schreef in haar blog dat mensen zoeken naar een oorzaak. Ze vroegen of ze had gerookt, of ze symptomen had genegeerd, of dat ‘het’ in de familie zat. Ook haar psyche kwam ter sprake.
Herkenbaar. Ook ik vroeg mij indertijd af wat ik had gedaan, dat mij dit lot ten deel viel. Behalve het niet hebben van kinderen was er niets te vinden. Hoewel… zou ik misschien mijn immuunsysteem hebben ondermijnd doordat ik niet positief genoeg dacht? Moest ik positiever gaan denken? Deed ik iets niet goed?
Iets goed doen. Lance ‘deed’ iets goed, dat Margriet en ik verkeerd ‘doen’. Het leverde hem die heldenstatus op. Lance kwam, zag en overwon. Margriet en ik kwamen, zien en zullen doodgaan. Wij zijn de losers in deze cultuur van maakbaarheid. De cultuur die ervan uitgaat dat elk gevolg een oorzaak heeft, waar je wat aan kunt doen. Onze kanker moet en zal die oorzaak toebedeeld krijgen, want anders… Anders wat? Anders klopt mijn wereldbeeld niet? Anders kan ik het ook krijgen? Anders kunnen Margriet en Cato niet meer beter worden? Anders kunnen we het niet aan?
Die ene oorzaak bestaat niet. Er is geen verband gevonden tussen negatief denken en kanker. Zelfs bij rokers krijgt de ene persoon longkanker en de andere niet. En als die ene oorzaak er wel zou zijn, is hij dan altijd te beïnvloeden? Als ik tegen jou zeg “je moet nu positief denken”, lukt dat dan? Had ik kinderen moeten krijgen? Is het voor iedereen even haalbaar om te stoppen met roken?
Toen Lance bij Oprah zat, zag ik een man die zelfs zijn ondergang probeerde te regisseren. En ik realiseerde mij: hij kan niet anders. Hier zit een man die altijd alles zo onder controle heeft proberen te houden, dat hij geen andere keuze meer heeft. En ik had ineens met hem te doen.
Lance, je bent niet slecht omdat je doping hebt gebruikt. Het overwinnen van kanker is echter ook niet jouw persoonlijke prestatie. Margriet, het is niet onze schuld dat we van kanker gaan ‘verliezen’. Misschien komt die gedachte soms op, omdat de waarheid soms zo moeilijk te verdragen lijkt…: we hebben het niet onder controle.
--------------------