12 mei 2013
Lieve allemaal,
Ik was eigenlijk
helemaal niet van plan om te schrijven als er niets gebeurde op kankergebied.
Toch hoor ik steeds vaker (van hen die ik niet elke dag tegenkom) dat mensen
zich afvragen hoe het met me gaat.
Het gaat goed.
Lichamelijk heb ik geen reden tot klagen. Ik heb een goede conditie en voel me
niet moe. Er zijn geen rare hobbels, bobbels of knobbels op dit moment. Niet
dat ik weet, tenminste. Ik onderga geen controles, omdat eerder weten wel
eerder behandelen maar geen langer leven oplevert.
Wel ben ik een
beetje aan het puberen. Je zou het ook existentieel gemodder kunnen noemen, of
misschien past midlife crisis beter bij mijn leeftijd, maar ik vind puberen
leuker klinken. De kanker is weg-ge-chemood, voor dit moment. Het werk is weer
honderd procent opgebouwd. En nu?
Nu is er het
grote "is dit alles wat er is"-gevoel.
Zo vraag ik me
af, of ik nog wel huisarts wil zijn. Er zijn aspecten van het vak die ik
fantastisch vind, maar er zijn ook dingen die ik heel onprettig vind. Verder is
er na mijn ziekte het een en ander veranderd aan hoe ik naar mijn vak kijk. Ik
heb me al eens eerder afgevraagd of ik de positieve kanten op vond wegen tegen
de negatieve, maar kwam aan het vraagstuk nog niet echt toe. Eerst had ik een
baas die vaak boos was, waardoor het lastig was mijn aandacht op mezelf en mijn
behoeften te richten. Toen ik een leuke baas en een stabiele plek had, werd ik
ziek. Daarna was ik zo blij met alle normale dingen, dat ik ook weer helemaal van
het vak genoot. Toen dat afnam werd ik echter weer ziek.
Ik vond het
lastig, en confronterend, om er zuiver over na te denken. Omdat ik meteen dacht
“ja maar, wat dan??? Wie neemt mij nou nog aan, wetende dat ik weer ziek word,
waarschijnlijk al binnen twee jaar? En als ik al word aangenomen, dan krijgt ik
waarschijnlijk een jaarcontract. Als ik dan ziek word en in de WIA kom, dan kan
ik in het slechtste geval op uitkeringsniveau terechtkomen. Ik geloof dat ik best
kan leven van weinig geld, mijn levensgeluk hangt niet af van reizen, maar
bijstandsniveau is wel heel krapjes…”
Ook in mijn
relatie vraag ik me af, of ik bepaalde vaste patronen niet liever veranderd wil
zien. Gelukkig heb ik wel een liefje, met wie ik dat goed kan bespreken en dat
me veel vrijheid gunt.
Nadat ik de
loopbaankwestie had overdacht en besproken met meerdere mensen, kwam ik tot de
conclusie dat ik niet mijn leven kan leven als ik steeds rekening houd met het
terugkomen van mijn ziekte. Dat is net alsof je twee levens tegelijk probeert
te leven, dat van zieke en dat van een “gezonde” persoon. Het is niet dat ik
niet weet dat de kanker terugkomt. Nee, hij zal terugkomen. Maar als ik er
steeds rekening mee probeer te houden blijkt het een dusdanig onvoorspelbare
factor dat dat helemaal niet kan. Dan zet ik mijn leven “on hold” tot ik weer
ziek word, en het leven is niet bedoeld om stil te staan. Dat geeft ellende.
Het is nu
kennelijk tijd om bezig te zijn met andere existentiële zaken dan ziekte en
dood, dan moet ik er ook maar de ruimte voor maken. “Kun je niet in elk geval
onderzóeken of je huisarts wilt blijven, en dan later maar kijken wat je met de
uitkomst kunt doen?” zei mijn liefje. Ik vond dat een wijs advies en ik ga het
doen. Ik ga een loopbaantraject volgen. En gelukkig bleek dat ik wel bij de
huisartsopleiding kan blijven, omdat ik geen medisch-inhoudelijk onderwijs meer
geef. Dat scheelt; ik vind dat werk vrij ongecompliceerd leuk en ik zou boven
kerkratniveau blijven als ik in de WIA zou komen.
Er zijn nog wel
een paar bijzondere dingen gebeurd in de tussentijd.
Zo ben ik in
december weer tante geworden. Een extra speciale gebeurtenis omdat ik
grotendeels bij de bevalling mocht zijn, van mijn zusje en zwager. Ik heb er
geen woorden voor hoe geweldig ik het vond zo dicht bij hen te mogen zijn op zo’n
intiem moment als de geboorte van hun eerste kind. Ik vond het een enorm
cadeau.
Verder had ik
vorig jaar een sledehondentocht
geboekt. Ik wilde heel graag nog het noorderlicht (zie 9'35")
zien. Maar omdat je daar geen garantie op hebt (misschien maakt juist dat het
wel zo begerenswaardig), leek het me wel goed om iets te plannen dat ook zónder
het noorderlicht een bijzondere ervaring zou zijn.
Nou, een
bijzondere ervaring was het. Ik heb veel gereisd, maar nog nooit zo iets
meegemaakt. Ook hier heb ik bijna geen woorden voor. Het getrappel van de
hondenvoetjes door de eindeloze sneeuw, de stilte, de kou op mijn wangen. Mijn
eigen slee besturen. Hutten zonder stromend water of elektriciteit, kilometers
en kilometers in de omtrek geen mens te bekennen. Het op elkaar aangewezen zijn
en dat weten, elkaar vertrouwen, goed zorgen voor elkaar en de honden, water
boren, hout hakken. Verhalen in de zelf opgestookte sauna, de imitaties van
gids Johan.
We zijn gereisd
van Kangos/ Sarkimukka naar Lainio,
vandaar naar Övre
Soppero bij twee
Sami, door naar Järämä, Kamas (bovenop de toendra bij de Noorse grens), een
stukje naar het noorden de volgende dag en de dag daarna naar Torneträsk (groot
meer), waar we weer met de honden werden opgehaald.
Het
noorderlicht hebben we gezien, en ik vond het prachtig. Maar ik zou teruggaan
voor… de rest. Wat een mazzel dat mijn lichamelijke conditie dit toeliet.
Op kankergebied,
of eigenlijk op herstelgebied, is ook nog wat voorgevallen. Het is misschien
een beetje lang en ingewikkeld verhaal. Ik leg het uit aan de hand van de brief
die ik aan mijn bedrijfsarts bij de huisartsopleiding schreef.
Geachte …,
Ons gesprek van gisteren heeft mij
zeer verward en bevreemd.
De gang van zaken tot nu toe: Na
mijn chemokuren heb ik op 18-7-12 een gesprek met u gehad. Hierop ben ik, na
mijn vakantie, op 28-8 weer aan het werk gegaan, en wel voor 25% (2 x 2,25 uur
op dinsdag en vrijdag). Dit verliep goed. Op 18-9 ging ik dan ook een stapje
omhoog, naar 2 x 4,5 uur op dinsdag en vrijdag. U meldde mij op 28-9 voor 50%
hersteld. Het ging goed met mij, dus ik ging op 23-10 weer een stapje omhoog,
naar 6,5 uur op dinsdag en 5 uur op vrijdag. Op 30-10 weer een stapje, naar 8
uur op dinsdag en 5,5 uur op vrijdag. U vroeg mij dan ook op 2-11 "zal ik
je voor 75% beter melden?". Die 75% voelde echter op dat moment nog wat
"vers" voor me, dus u heeft me op mijn verzoek 50% beter gemeld laten
staan, maar de 13,5 uur wel vermeld in het spreekuurbericht. Op 6-11 maakte ik
de stap naar 2 x 8 uur op dinsdag en vrijdag, en dat verliep echt makkelijk en
voorspoedig. Daarom maakte ik na mijn vakantie, op 23-11, de stap naar 100%
werken, en meldde ik me op 27-11 dan ook 100% hersteld.
Inhoudelijk staat het er als volgt
voor: de overdracht van degene die mijn coördinatietaken had overgenomen is nog
niet geheel voltooid maar verloopt voorspoedig. In plaats daarvan doe ik nu wat
andere klusjes, die normaal gesproken makkelijk blijven liggen. Ik heb voorts
gelukkig ook alweer onderwijstaken toebedeeld gekregen. Ik heb dit op 6-12
besproken met ons hoofd, die heel blij was dat de opbouw zo goed en voorspoedig
is verlopen. Ik ben zelf ook heel blij dat ik weer 100% werk. Het is prettig en
inspirerend weer de verantwoordelijkheid te kunnen dragen.
Op verzoek van uw secretaresse
(29-11) mailde ik u over mijn 100% betermelding. Om u in te lichten, en om
eventueel nog een gesprek te plannen om de halfjaarevaluatie met het hoofd en
de PZ-functionaris voor te bereiden. Hierop kreeg ik slechts een herhaling van
de oproep voor de halfjaarsevaluatie als reactie. Toen uit een gesprek met onze
secretaresse op 4-12 bleek dat u het mogelijkerwijs niet eens zou kunnen zijn
met mijn 100% herstelmelding (n.a.v. haar ervaring met een andere werknemer)
nam ik dan ook opnieuw contact met u op per mail, en maakte een afspraak, die
gisteren plaatsvond.
In dit gesprek vroeg u mij of ik inhoudelijk
mijn werk alweer volledig verrichtte. Ik antwoordde u, dat de overdracht nog
niet volledig heeft plaatsgevonden, maar dat deze in volle gang is, en op
logische en praktische wijze verloopt. En dat dit niet ligt aan verminderde
belastbaarheid/ willen/ kunnen mijnerzijds, maar aan het feit dat het voor de
inhoud en de praktische gang van zaken beter is per onderwerp te kijken hoe de
overdracht het beste ingericht kan worden.
Hierna begon u mij uit te leggen
hoe het ziektetraject is ingericht. U vertelde dat u twee petten op hebt, als
bedrijfsarts, en dat u niet alleen voor mij werkt, maar ook voor mijn
werkgever. U vertelde dat het bedrijf na anderhalf jaar een soort
"voormelding" (ik heb hier misschien niet het goede woord onthouden)
bij het UWV kan doen, voor de WIA. En u vertelde dat mensen vaak schrikken van
het woord "WIA", maar dat dat helemaal niet hoeft, dat het meer een
kwestie is van wie wat betaalt. "Een verzekeringskwestie" noemde u
het. U vertelde mij dat als ik 28 (ook hier weet ik niet zeker of ik het goede
getal heb onthouden) dagen volledig heb gewerkt, het traject naar de WIA weer
helemaal opnieuw ingaat. En dat dat voor mijn werkgever onvoordelig is, omdat
die het eerste deel van een ziekteperiode zelf moet betalen. Toen vertelde u dat
u om deze reden mijn werkgever zou adviseren mij 5% ziek te laten blijven. Want
dat zou dan betekenen dat het ziektetraject dat voor mij in maart inging,
voortgezet zou worden. Het gevolg zou dan zijn dat mijn werkgever mij, als ik
weer ziek zou worden, eerder zou kunnen aanmelden bij het UWV, en minder lang
voor mij zou hoeven betalen - omdat het dan nog onder dezelfde ziekteperiode
zou vallen. U leek er hierbij impliciet vanuit te gaan dat ik toch op niet al
te lange termijn weer ziek zou worden.
Ik heb hierop gereageerd door u uit
te leggen dat mijn prognose volgens mijn gynaecoloog helemaal niet zo ongunstig
is als u leek te denken, omdat ik goed heb gereageerd op de chemotherapie.
Voorts heb ik gereageerd door te zeggen dat het voor mij heel onzuiver voelt om
mij 5% ziek te melden als ik niet 5% ziek bén, en dat het dus niet juist voelt
om daarin mee te gaan. Hierop gaf u aan dat uw voorstel normaal gesproken zou
zijn het in ieder geval voor 6 maanden op 5% ziek te houden. Ik bleef stil.
Maar dat u in elk geval 1-2 maanden toch redelijk van mij zou vinden. Ik gaf
aan daar niet mee akkoord te gaan - omdat ik het niet zuiver vind. Vervolgens
gaf u aan dat dit toch uw voorstel richting mijn werkgever zou worden. Dit nam
ik voor kennisgeving aan.
Vervolgens hebben we nog wat andere
zaken besproken die hier niet ter zake doen.
Na het gesprek merkte ik dat ik me
heel boos voelde. De reden was dat ik het gevoel had dat u een soort
"moreel beroep" op me deed om mijn werkgever tegemoet te komen. Dit
was moeilijk voor me, want mijn werkgever is altijd heel goed voor me geweest
en ik gun het bedrijf veel. Tegelijkertijd wil ik daar toch echt niet mijn
gevoel dingen op een juiste manier te doen voor inleveren, want dat is een van
mijn meest belangrijke waardes. Pas 2 uur na het gesprek drong nog iets anders
tot me door; u zei dat u twee petten op heeft. Maar u heeft niet aan míj
uitgelegd wat de voor- en nadelen voor mij kunnen zijn, wat mijn belangen zijn.
Terwijl het toch denk ik zo is, dat het 5% ziekmelden kan betekenen dat ik
bijvoorbeeld 9 maanden eerder in de WIA kan komen en dus 9 maanden eerder 70%
i.p.v. 100% loon krijg? Als dat klopt, zou ik van deze constructie heel veel
nadeel kunnen hebben, en is het niet alleen maar "een verzekeringskwestie"!
Bij deze wil ik u dan ook laten
weten:
- Dat ik niet akkoord ga met een 5%
ziekmelding voor 6 maanden zoals u in eerste instantie voorstelde. Ook ga ik
niet akkoord met een 5% ziekmelding voor 1-2 maanden, zoals u die in tweede
instantie voorstelde.
Ik wil u voorts bij deze verzoeken
om:
- Een second opinion.
- Een afschrift van het
"spreekuurbericht" aan mijn leidinggevende, zoals ik dat voorheen ook
meestal kreeg.
Ook vraag ik mij af, of deze
constructie juridisch houdbaar is. Ik kan het mij niet voorstellen, het lijkt
mij in elk geval niet in de geest van de wet.
Wat mij voorts nog dwarszit - maar
dat valt een beetje buiten het kader van de rest van deze brief -, is dat u
vermoedelijk dit soort voorstellen niet alleen aan mij, maar ook aan andere
mensen doet. Die komen dan voor vergelijkbare dilemma's te staan. Ik vind dat
idee heel erg. Ik weet nog niet wat ik met dit gegeven wil, dat hangt ook een
beetje af van uw reactie op dit schrijven. Ik zou in elk geval heel graag
willen dat u nadenkt over het dilemma waarvoor u mensen met deze constructie
plaatst.
Ik hoop van u te horen,
Hoogachtend,
…
De bedrijfsarts reageerde niet op deze brief. Vond ik heel
vreemd. De halfjaarsevaluatie vond uiteindelijk begin februari plaats. Mijn
baas had toen allang besloten dat hij het niet nodig vond om me 5% ziek te
houden, dus ik was officieel niet ziek meer. Zij vertelde, dat ze indertijd
dacht dat ik nog ziek wás, door wat zaken die ik gezegd had. Ik vond dat niet
kloppen, omdat ik die zaken in het spreekuur had uitgelegd. En vooral omdat
haar verhaal van nu niet overeenkwam met haar ‘we doen standaard 6 maar vooruit
voor jou doen we 1 à 2 maanden 5%’-verhaal.
Ik had de indruk dat het niet ging om mijn persoonlijke
geval, maar om een soort standaard aanpak van het bedrijf, die zaken voor hen
voordeliger maakt, maar die ik uitermate onzuiver vind. Ik kon dat echter niet
aantonen. Ik zou hooguit kunnen aantonen dat ZIJ in mijn PERSOONLIJKE geval
onjuist heeft gehandeld, terwijl het probleem is dat ik vermoed dat dit váker
gebeurt. Door MEER BEDRIJFSARTSEN, bij MEER PATIËNTEN.
Ze was in elk geval blij dat het nu weer goed met me ging.
Ik heb het erbij laten zitten omdat ik niet zoveel inspiratie op dat moment had
om er iets mee te doen.
Tot mijn stomme verbazing kreeg ik enige tijd later de
volgende mail van de casemanager bij mijn huisartswerk onder ogen:
Beste heer …,
Zoals zojuist telefonisch besproken,
gaat u in overleg met uw medewerker of zij volledig arbeidsgeschikt kan worden
gemeld. Wij ontvangen dan eventueel van u deze melding zodat de ziekmelding kan
worden afgesloten.
Besproken is de mogelijkheid om de
ziekmelding niet geheel af te sluiten maar voor een klein percentage open te
laten staan ivm de duurzaamheid van de volledige werkhervatting. Het is
mogelijk om de WIA –aanvraag dan uit te stellen, deze kan altijd weer vervroegd
in gang worden.
Bij vragen hoor ik het graag van u.
Indien u medewerker vragen heeft, kan zij indien gewenst ook contact met me
opnemen.
Met vriendelijke groet,
…
Deze praktijk blijkt dus niet alleen bij de
huisartsopleiding te worden gebruikt, maar in
de bedrijfstak in bredere zin gemeengoed te zijn! Hoe kan ik nu ooit nog
oprecht tegen mijn patiënten zeggen “Nee hoor, de bedrijfsarts kijkt natuurlijk
naar de belangen van het bedrijf, maar is er toch ook echt oprecht voor u, om
samen te kijken hoe u zo snel mogelijk weer beter kunt zijn”? Mensen moeten hun
bedrijfsarts toch kunnen vertrouwen? Daarom vind ik dit zo erg. Het voelt
oneerlijk en onveilig.
Gelukkig vond ook mijn tweede baas dit voorstel niet
interessant. Dat zal echter niet voor elke patiënt gelden! Deze tweede
gebeurtenis maakt dan ook, dat ik vind dat aan deze praktijk iets moet gebeuren.
Maar hoe? Misschien is het een idee het eens te bespreken met de NFK en/ of een vakbond, of de NVAB te vragen wat hun
standpunt is in deze, zodat er een discussie in de beroepsgroep op gang komt.
Een klacht of tuchtzaak kan natuurlijk ook, dat kan wel mooie jurisprudentie
geven. Het nadeel daarvan is wel dat het als persoonlijk wordt ervaren, of dat
een organisatie een individuele casemanager of bedrijfsarts dan kan afserveren,
terwijl het daar niet om gaat. Ik weet het nog niet, ik laat het even bezinken
(en sta open voor suggesties, dus voel je vrij).
Het laatste wat ik wil vertellen, is dat ik een GEWELDIGE
verjaardag heb gevierd. Er waren heel veel, heel leuke mensen en de
voorbereiding was ook een groot plezier (met 2 vriendinnetjes gekookt). Ik heb
mensen als cadeau gevraagd om hun gedachten. Ik wilde graag weten wat ze vinden
dat ik nog zou moeten doen voor ik doodga, of wat zijzelf nog zouden willen doen
voor zij doodgaan. Ik heb erg genoten van de antwoorden, en ik zou mijn cadeaus
dan ook graag (in ingekorte vorm, want ik kreeg hele – prachtige - epistels)
met jullie willen delen.
-
Eten op de Euromast om elkaars ‘bucketlist’ te
bespreken.
-
Naar Patmos (Griekenland).
-
Van een hoog gebouw spugen, wildplassen, sterren
kijken op een heldere avond, een bos bloemen plukken tijdens een fiets-/
autotochtje, ontbijten met wat je het allerlekkerst vindt, samen met je lief en
mij een wandeling maken en daarna wat gaan drinken.
-
Het boek Guru Ramana van S.S. Cohen lezen.
-
Zitten in zo’n fijne ouderwetse draaimolen en nog
eens kind zijn. Zelf draai ik graag een rondje mee.
-
Dat je je verder ontwikkelt op de manier waarop je
bezig bent, dat je veel vreugde, geluk, gezondheid, liefde, vrede, wijsheid, harmonie
en lol op je weg vindt, en doorzettingsvermogen en vertrouwen. Dat je die
dingen door kan geven. En dat je de dingen die je heel graag wilt doen ook gaat
doen. Zelf wil ik mijn huisje afbouwen en erin leven.
-
Dicht bij het begin van het leven komen. Van de
evolutie. Van het ontstaan van diversiteit (daarbij zat de complete serie ‘Beagle,
in het kielzog van Darwin’).
-
Voor
mijzelf is het simpel: leef elke dag alsof het de laatste is en ook de eerste.
De dingen waarmee ik mijzelf voed, of waarmee ik contact maak met een groter
geheel, zijn zintuiglijke ervaringen. Het belangrijkste is de liefde. Voor
mensen om je heen en voor die ene speciale. Ik gun je dat je nog 1x verliefd
wordt!!!
-
Hier en
nu vindt ik ook steeds leuker en mooi. ‘t is er lekker warm en compleet.
-
Als je
bent met mensen van wie je houdt of juist helemaal alleen. Als je voelt dat je
hoofd op gang komt en je geïnspireerd raakt, dat zijn de mooie momenten.
-
A life
filled with wonder is a wonderful life.
-
Parachute
springen, een berg beklimmen of de Nieuwjaarsduik zwemmen.
-
Vliegen!
Jaha!! Andere baan?! Wellicht…
-
‘s Ochtends
vroeg door het natte gras lopen. Seks met een mooie donkere man. Surfen in de
branding. Mijn lief vasthouden en zeggen dat ik van haar hou….
-
‘s Morgens
vroeg op het platteland van Ibiza genieten van het zonnetje, samen met mijn
lief.
-
Een fotolijstje met daarin een gedicht: Bijna
nooit. Bijna nooit zie je een vogel in de lucht - zich bedenken, zwenken,
terug.
-
Snorkelen
op de Malediven. Fijne wijn drinken. Lekker eten en slapen op Landgoed de
Holtweijde.
-
Koffie en taartje met je liefje (prachtig
gestempeld maar ik weet niet door wie).
-
Leven in openheid en eerlijkheid. Dan komt alles
langs wat het leven in gedachte had voor je.
-
Een ballonvaart. Panorama Mesdag in Den Haag. Elke
dag te genieten van de mensen rondom jou en speciaal je lief. Wij willen nog de Iguazuwatervallen in Brazilië
zien.
-
Parachute
springen, gewichtloosheid ervaren, low budget rondreis Azië en Zuid-Amerika,
verlichte momenten, nog een paar jaar in goede gezondheid op deze aardkloot
blijven.
-
Ik zou
het heel leuk vinden als je nog een boek zou schrijven (een boek over
non-fictie schrijvers zat bijgevoegd).
-
Uiteindelijk
zijn het de vertrouwde dingen waarvan we geen genoeg zouden krijgen. ‘Kruistocht
in spijkerbroek’ nog een keer lezen. De garnalenkroket die ik met mijn ouders eet.
Backgammon spelen met Rik in de kroeg.
De hele
dag onderweg zijn geweest, je tentje opzetten en dan een lauw glaasje witte
wijn en stukje zweterige kaas met om je heen muggen die je probeert te verjagen
met zo’n laf citronella kaarsje. Ontbijtjes op bed krijgen en vooral maken. In
je blootje ‘s nachts in de rivier zwemmen. In een fursuit de straat op en met
mensen knuffelen. Met een katapult door een warenhuis rennen om parfumflesjes
kapot te schieten. Een psychedelische trip maken. Op straat naar mensen
knipogen. Een jaagspelletje in het bos. Maar misschien is het belangrijkste
zoveel mogelijk tijd door te brengen met wie je liefhebt.
-
Lekkere vegetarische maaltijden maken: kookboek van
Yotam Ottolenghi.
-
Zingen: zangboek van Nina Simone.
-
Lezen: De laatste illusie van Osho.
-
Kijken: The Tibetan book of the dead.
-
Lezen: boek der liefde van Ton van der Kroon.
Daarbij kreeg
ik ook nog geld om van alles ook werkelijk te kunnen doen, en diverse andere
cadeautjes.
Ik heb de
meeste mensen nog niet individueel bedankt, maar ik vond al deze cadeaus
geweldig om te krijgen, heb er echt van genoten en geniet er nog steeds van. Een
vriendinnetje dat de meeste mensen op mijn feest niet kende vertelde me iets:
de sfeer op het feestje was zo warm en vriendelijk. Ik ben dat met haar eens,
en ik denk dat het kwam omdat de ménsen die er waren zo warm en vriendelijk
zijn.
Misschien is
dat wel het grootste cadeau.
Tot schrijfs of
ziens allemaal. In principe ben ik niet van plan te schrijven tot er iets
kankerigs gebeurt, dus geen nieuws is goed nieuws. Maar, mocht je aan me denken
en benieuwd zijn hoe het met me is; ik vind het altijd leuk van je te horen.
Liefs, Cato